vrijdag 14 maart 2008

Friday's Ballad

En ja hoor... Het is weer gelukt! Weer is het vrijdagavond geworden! "Hei-Ho Hei-Ho Het werk is weer gedaan..." Met veel genoegen stapte ik aan het eind van de middag in een heerlijk rustige trein, en nam me voor op de terugweg, met de ipod op, de tekst van "de ballade van de boer" nog eens rustig tot me te laten komen. Er was een tijd dat ik deze tekst zonder enige fout kon meebrullen, maar als je dat een tijdje verzuimt te doen dan raak je het ook snel weer kwijt. Voor diegenen die nu kijken of ze eland in de achtertuin zien staan, een kleine opfriscursus:

"Hij houdt van het Twentse land waar 's winters kilte heerst 
Met hete zomers druppels dauw bij ochtendmist 
Zonsopgang maakt hem een kwartier voor het westen wakker 
Maar sneeuw blijft er het langst liggen op de akker 
Als de noordoosten wind de scherven grond bevriest 

Hij houdt van de bedauwde velden in de vorst 
Rijpwit geglazuurd kraakt gras onder de klomp 
En breekt een bleke zon door de nevelbanken 
Slaat bij de werkpaarden stoom af van de flanken 
Het ploegijzer wordt een zwaard van zilver in de zon 

Hij houdt van eerlijkheid de geur van grond en mest 
De gier over het natgegeseld land verspreid
De geur van Twente land van de textielbaronnen 
Dat ooit met bloed en zweet en tranen werd ontgonnen 
Er waar arbeid adelt maar de adel arbeidt niet 

Sinds eeuwen leven naast elkaar 
De kromgegroeide boeren 
De paarden de koeien de kater en de hond 
Het gele koren de rode aarde 
De boer hij bidt en steekt zijn spade in de grond 

Hij houdt van regen die zwaar neerslaat op het land 
De regen die geur geeft aan het afgemaaide gras 
Maar vreest de roggewolf in velden goudgeel koren 
Dampende paarden trekken moeizaam diepe voren 
De ploeg werpt golven aarde om het land moet zwart 

Hij houdt van zware storm het zwerk waar Donar jaagt 
Kolkende wind die eeuwenoude eiken kraakt 
De stammen krommen kreunen bladeren verwaaien 
Dan scheren over akkers ruisen graan de kraaien 
Die over weiden en verschroeide aarde gaan 

Hij houdt van modder die de karresporen vult 
Door wielen ratelend uit de geile grond gedrukt 
Die langzaam naar het zwarte slik komt terug gegleden 
Sappige aarde in de vuist als klei te kneden 
Vol bloed en zweet draagt hier de grond voorgoed de schuld 

Sinds eeuwen leven naast elkaar 
De kromgegroeide boeren 
De paarden de koeien de kater en de hond 
Het gele koren de rode aarde 
De boer hij bidt en steekt zijn spade in de grond"

een klein kunststukje mag dit toch wel genoemd worden... De tekst is van Jan Cremer, en is ooit muzikaal vertolkt door de Trockener Kecks. 
Voor diegenen die meteen naar de winkel willen rennen: de cd heet 'het grote geheim'. 
Eigenlijk is dat wat ik nog even kwijt wilde, zo vlak voor de zaterdag weer aanbreekt. 
Zaterdag = birdie-dag en wellicht bijltjesdag. 
Morgen meer....

Geen opmerkingen: