vrijdag 6 juni 2008

Buenos Aires

Het voor gisteren beloofde, maar niet aan toegekomen vervolg:

Bonaire is -net als Curacao- een vrij ruig eiland. Ook hier groeien de cactici (cacté is overigens een Frans meervoud, géén Nederlands... En cactici is per definitie niet goed, maar klinkt leuk...) metershoog, is het land vrij dor en heeft het ook een hoog western-gehalte. Ook hier hadden we een dikke HiLux tot onze beschikking, wat erg praktisch was met al die duikspullen die elke keer meegesleept moesten worden. Zeker als de bende nat is na een onderwateravontuur wil je dat liever niet op de achterbank moeten leggen. De uitdrukking "natte hond" of erger nog: "dooie hond" of "natte dooie hond", is dan ook maar één keer ter sprake geweest, toen we de vochtige spullen tijdens de zeiltocht in de cabine hadden opgeborgen. De huurauto's op Bonaire zijn uit voorzorg dan ook allemaal uitgerust met een 'fraai' skaileren overtreksetje voor stoelen en achterbank. Kan weinig mis mee...

De zuidpunt van het eiland is waar de zoutwinning plaats heeft. Enorme 'piramides' van zout staan daar in het zonlicht te schitteren. Er liggen paars-roze achtige zoutwinplassen. De beste man die het fort bewaakte had overigens wel een prima verklaring voor die paarsige kleur: "Dat komt door het zout, m'neer!" Wat natuurlijk heel logisch is... tenminste... ehhh... nou ja, door het zout dus! Eenmaal de zoutpannen gepasseerd kom je bij een soort lagune met blauw-groen water waar vooral gewindsurft wordt. Voorál gewindsurft zeg ik er nog maar bij, aangezien je er ook naakt-garnalen-zoeken kunt beoefenen. Even uitleggen?
Naast de twee windsurf-verhuurplekken staat een houten scherm welke bedoeld is om het aangelegen naturistenstrand van wat privacy te voorzien. Of andersom natuurlijk, maar zo wordt het zelden uitgelegd. Tot zover niets aan de hand zou je zeggen. Echter de voornoemde lagune is tot over een lengte van zo'n 500 meter slechts enkeldiep. En dat scherm reikt slechts 10 meter zee-inwaarts. Vandaar...
Maar wij gingen surfen (al scheelde het weinig, he As?), en met wij bedoel ik ook wij; Met z'n vieren dus. Simone had zo'n 15 jaar geleden voor het laatst op een plank gestaan, en Astrid had een aantal weken ervoor voor de eerste keer een poging gewaagd. Het waren wel dé ideale omstandigheden voor de dames: Rond de 30 graden, zowel lucht als water. Net aan kniediep water en een lekker rustig, aanlandig windje. Daar waren dus niet veel woorden aan vuil te maken, en maakten Jap en ik dat we onze eigen spullen konden ophalen. Maar uiteindelijk zelfs met 8 (Jap zelfs met 8,5) vierkante meters in de handen en 140 liters onder de voeten ging het maar moeizaam vooruit. Ofwel: te weinig wind! Met zulke fraaie omstandigheden... Ach, ik kom er nog wel een keer, vermoed ik zo...

De noordkant van het eiland is een heel ander verhaal. Daar ligt het natuurpark Washington Slagbaai. Eigenlijk was het de bedoeling dat we ook daar nog een duik gingen maken, maar i.v.m. met de vlucht die we de volgende dag hadden leek dat niet zo'n goed idee. Dan maar lekker met de 4x4 met 2wd door het park boenderen. Helaas had men besloten de 'lastige' stukken terrein te voorzien van betonplaten waardoor de hilux nooit echt op de proef gesteld werd. Het pad slingert zich door een bergachtig rotsenlandschap. Beetje oranje-achtig zand, bijna woestijn. Het laat zich maar lastig beschrijven. Ik zal binnenkort zorgen dat er wat foto's beschikbaar zijn, maar de rolletjes zijn nog niet ontwikkeld... ;-)

Geen opmerkingen: